-
1 mer
mer [mer]〈v.〉♦voorbeelden:mer de mots • woordenvloedla mer du Nord • de Noordzeemer de sable • woestijnla mer est basse, haute • het is laag, hoog waterhaute, pleine mer • volle, open zeemettre un bateau à la mer • met een schip zee kiezentenir la mer • op zee varenc'est la mer à boire • dat is onbegonnen werkce n'est pas la mer à boire • het is niet zo vreselijk moeilijkf -
2 dérive
dérive [deeriev]〈v.〉1 afdrijving ⇒ (af)drift, wraak♦voorbeelden:en dérive • afdrijvend, op driftf1) drift2) zwaard [schip]3) richtingsroer [vliegtuig] -
3 lancer
lancer1 [lãsee]〈m.〉————————lancer2 [lãsee]1 werpen ⇒ toewerpen, gooien, slingeren2 in beweging zetten ⇒ vaart geven aan, doen vertrekken, op gang brengen♦voorbeelden:des yeux lançant des éclairs • ogen die vuur schietenlancer un ultimatum • een ultimatum stellenlancer un mandat d'amener contre qn. • bevel tot aanhouding tegen iemand uitvaardigenlancer qn. dans une aventure • iemand in een avontuur stortenlancer son chien sur qn. • zijn hond op iemand afsturenlancer un moteur • een motor startenlancer un navire • een schip van stapel doen lopenlancer qn. sur un sujet • iemand over iets aan het praten krijgenune fois lancé, il ne s'arrête plus • als hij eenmaal op dreef is, houdt hij niet meer oplancer une fausse nouvelle • een onwaar bericht verspreiden1 zich werpen (op) ⇒ zich storten, afstormen (op)♦voorbeelden:1. m1) (het) loslaten [duiven]2) (het) opjagen [wild]4) worp2. v1) werpen, gooien3) op de markt brengen, lanceren4) bekendmaken -
4 navire
navire [naavier]〈m.〉♦voorbeelden:navire de guerre • oorlogsbodemnavire de sauvetage • bergingsschipnavire amiral • vlaggenschipnavire kangourou • kangoeroeschipnavire marchand • koopvaardijschiparmer un navire • een schip uitrustenm -
5 fond
fond [fõ]〈m.〉3 achterste ⇒ binnenste, uiterste5 ondergrond ⇒ achtergrond, fond6 wezen ⇒ kern, grond, inhoud♦voorbeelden:trouver le fond • de bodem rakenà fond • grondig, tot op de bodemdu fond du coeur • uit de grond van zijn hart2 fond de cale • lensruimte, loosgat〈 figuurlijk〉 être à fond de cale • aan de grond zitten, platzak zijnfond d'une culotte • zitvlak van een broektoucher le fond du désespoir • de uiterste wanhoop bereikenmineur de fond • (ondergrondse) mijnwerkerrâcler les fonds de tiroir • zijn laatste centen bij elkaar harken, aansprekenau fond du coeur • diep in zijn hartau fond de • onderinelle vient du (fin) fond de la province • zij is met zeven paarden uit de klei getrokkenau fin fond de • in de verste uithoek vandans le fond de la salle • achterin de zaalfond sonore • achtergrondmuziek, -geluidenfeuilles vertes sur fond rouge • groene blaadjes op een rode achtergrondle fond et la forme • vorm en inhoudremarques sur le fond • opmerkingen over de inhoudle fond historique d'une légende • de historische kern van een legendeau fond • eigenlijk, in wezendans le fond • eigenlijk, in wezen7 faire fond sur qn., qc. • op iemand, iets steunen〈 figuurlijk〉 de fond en comble • van onder tot boven, volledigle fond du panier • het uitschotle fond du sac • het geheimsteà fond de train • in ijltempo, in vliegende vaartm1) bodem, grond2) diepte, waterhoogte3) ondergrond, fundering4) hoofdzaak, wezen, kern5) achtergrond6) uithoudingsvermogen [sport] -
6 amarrer
-
7 armement
-
8 désarmement
-
9 appareiller
-
10 parrain
parrain [paarẽ]〈m.〉1 peet(oom) ⇒ peter, doopvader4 〈 iemand die een ander introduceert in een vereniging〉 ⇒ borg, voorspraak -
11 voiler
-
12 dérivé
dérive [deeriev]〈v.〉1 afdrijving ⇒ (af)drift, wraak♦voorbeelden:en dérive • afdrijvend, op driftadj(de) afgeleid (van) -
13 arraisonner
-
14 écluser
écluser [eekluuzee]〈 werkwoord〉 -
15 *haler
-
16 *héler
-
17 balancement
balancement [baalãsmã]〈m.〉1 (het) schommelen ⇒ (het) heen en weer wieg(el)en, (het) slingeren, (het) zwaaien2 evenwichtige opbouw ⇒ evenwichtige, regelmatige verdeling♦voorbeelden:m1) het schommelen, slingeren, zwaaien2) evenwichtige verdeling, symmetrie -
18 commissaire
commissaire [kommieser]〈m.〉♦voorbeelden:commissaire aux comptes • accountantcommissaire principal • hoofdcommissaris (van politie)m1) commissaris2) commissielid3) organisator -
19 inclinaison
-
20 afflouer
См. также в других словарях:
Schiff — 1. Alle Schiffe sind gut, so lange sie auf der Werft liegen. Die Russen: So lange das Schiff auf der Werft ist, lobt es der Narr, wenn es vom Stapel lief, lobt es der Weise. (Altmann VI, 440.) 2. An Schiffen und Frauen ist immer was zu flicken. 3 … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Nieuwleusen — Town Coordinates … Wikipedia
Mann — 1. A blind man may perchance hit the mark. – Tauben und Hühner Zeitung (Berlin 1862), Nr. 6, S. 46. 2. A Mann a Wort oder a Hundsfott. (Ulm.) 3. A Mann wie a Maus ün a Weib wie a Haus is noch nit gleich. (Jüd. deutsch. Warschau.) Will sagen, dass … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Ding — 1. Acht Dinge bringen in die Wirthschaft Weh: Theater, Putzsucht, Ball und Thee, Cigarren, Pfeife, Bierglas und Kaffee. 2. Acht Dinge haben von Natur Feindschaft gegeneinander: der Bauer und der Wolf, Katze und Maus, Habicht und Taube, Storch und … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Geld — 1. Ach, nun fällt mi all mîn klên Geld bî. (Brandenburg.) Ein Ausruf, der häufig erfolgt, wenn jemand durch irgendeinen Umstand an etwas erinnert wird, was er hätte thun sollen, aber bisher zu thun vergessen hat. 2. All wîr1 Geld, dat et Wîf nig… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Leben (Subst.) — 1. All Levve well widderlääv sin. (Köln.) – Firmenich, I, 475, 186. Ein unordentliches und übermüthiges Leben rächt sich. Weyden (II, 6) hat das Sprichwort in folgender Fassung, aber ohne Angabe seines Sinnes: All et Leven wel widerläv sin, oder… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Gut (Subst.) — 1. Alles gut ist eines andern. – Petri, II, 7. 2. Altes Gut hinter rost gem Schloss macht neuen Adel mit blankem Tross. (Böhm.) 3. An eines Gutes Ansprach ist kein Verlust. – Klingen, 48 a, 1; Graf, 441, 332. Wer einen Rechtsanspruch an eine… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Groupe Rum — Rum est un groupe de musique flamande fondé en 1969, actif jusqu en 1986. Sommaire 1 Évolution du groupe 2 Membres du groupe 3 Discographie 4 … Wikipédia en Français
Rum (groupe) — Pour les articles homonymes, voir Rum. Rum est un groupe de musique flamande fondé en 1969, actif jusqu en 1986. Sommaire 1 Histoire 2 Membres du groupe … Wikipédia en Français
Willkommen (Adv.) — 1. Der ist überall willkommen, der etwas kann. Holl.: Die wat kan, is allezins welkom. (Harrebomée, II, 449a.) 2. Der ist willkomm, der etwas bringt. – Lehmann, 20, 1; Simrock, 11639; Eiselein, 643. 3. Der ist willkommen, den man lange nicht… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
New Netherland — Nieuw Nederland Dutch colony 1614–1667 … Wikipedia